Op traceses oorsprongen van informatica.

HET COMPUTER MUSEUM NAM-IP               
 

EEN UNIEK MUSEUM IN HET SPOOR VAN DE DIGITALE PIONIERS
 

In een oude sporthal van 1.200 m2, vlak bij "Namexpo" in Namen, hebben vier verwoede Belgische verzamelaars hun digitale schatten ondergebracht.

Externe uitzichtMet de hulp van de Koning Boudewijnstichting creëerden ze het NAM-IP Computer Museum, gewijd aan het prille begin van de informatica. Dit vintage-museum stelt sinds 27 oktober 2016 meer dan duizend stukken tentoon, waaronder enkele toppers, met als thema “Machines die tellen: naar de oorsprong van het digitale”. België was een pionier in de informatica. Dit patrimonium verdient het dus om bewaard te blijven. Zo begrijpt de jonge smartphone-generatie welke weg er is afgelegd!

 

MAP

Het begin : vier knappe koppen die erfgoed redden.
Ferdinand R. Poswick, Jacques Laffut, Gilbert Natan, Jacques Lemaire en  zijn bijzondere privé-verzamelaars van collecties die getuigen van ons industrieel, sociaal en menselijk verleden. Zij hebben het opzet en de opstelling van het NAM-IP Museum bedacht, met de hulp van twee voltijdse medewerkers en vele uren inzet van vrijwilligers. De voorgeschiedenis van de vier collecties die aan de basis liggen van dit museum verdient onze aandacht.

Het team Informatica & Bijbel van de Abdij van Maredsous, geleid door Ferdinand Poswick. Eind 2014 moesten ze hun activiteiten stopzetten. Het NAM-IP was de logische oplossing. Ze waren bij de eersten om de Bijbel te informatiseren. Ze bewaarden veel sporen van dit werk, dat eind de jaren ’60 van de vorige eeuw was begonnen.

Voormalige ingenieurs en technici van de bekende Europese computerfabrikant Bull richtten in 1985 de Fédération des Équipes Bull en Belgique (FEBB) op. Ze wilden het historisch en cultureel erfgoed dat Bull sinds 1920 had opgebouwd, bewaren. Gilbert Natan, medeoprichter van de FEBB, moest met deze collectie het gebouw in Grimbergen waar ze gehuisvest was, verlaten. De collectie werd toevertrouwd aan het NAM-IP.

In 2014, een paar maanden na de dood van haar echtgenoot Jacques Lemaire, schonk Bernadette Lemaire zijn collectie rekeninstrumenten aan het NAM-IP.

Ten slotte was er De Unisys-collectie van Jacques Laffut in het ‘Belgian Unisys Computer Museum’. Die had een plek verworven in de Brusselse museumwereld. Het museum was opgericht in 1989 in Evere, maar moest er na 25 jaar vertrekken. De collectie vond onderdak in 2016 in het NAM-IP. Jacques Laffut, voordien een technisch-commerciële medewerker bij Burroughs, verzamelde en restaureerde sinds eind jaren ’60 van de vorige eeuw de voorlopers van ons computermateriaal en bracht talrijke unieke stukken samen.

 

 

“De Koning Boudewijnstichting heeft snel ingezien hoe belangrijk dit is,” zegt Anne De Breuck, coördinatrice van het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting. “Toen de verzamelaars aan de alarmbel trokken, beseften we meteen dat we de eerste getuigen van dit erfgoed moesten bewaren. Want het dreigde te verdwijnen nog voor we goed en wel begrijpen hoe belangrijk het wel is. We moesten snel iets doen! Vier collecties werden geschonken aan de Koning Boudewijnstichting voor het Fonds ‘Baanbrekende Informatica in België’. De Stichting hielp bij de aankoop van de locatie in Namen en bij de installatie van de speciale verlichting om de tentoongestelde objecten tot hun recht te laten komen.”

 Melita Rekeningsmachine
 UNIEKE STUKKEN VAN BIJ HET PRILLE DIGITALE BEGIN

  

Je moet geen informaticus zijn om te genieten van dit museum, integendeel! 21 containers van 6 en 9 meter lang staan op elkaar gestapeld om de ruimte modulair in te delen. Ze dienen als opslagplaats voor reservestukken voor het museum, maar ook als expositieruimte voor de belangrijkste stukken. In deze indrukwekkende ruimte reis je doorheen de tijd … Een tijdlijn toont de evolutie van de informatica, van het leien bord tot de tablet met touchscreen, met de nadruk op Belgische aanknopingspunten.
Containers
 

In het universum van Jacques Laffut, van de eerste boekhoudkundige machines van Burroughs en Univac, tot de computers van Unisys

 

Laffut collektie

 

Tot de talrijke unieke stukken behoort ook de eerste rekenmachine met afdrukfunctie – die maar liefst 37 kilo weegt! – uitgevonden door William Seward Burroughs in 1886. Er is ook de ‘Moon Hopkins’, in 1921 de eerste boekhoudkundige en facturatiemachine die gebruikmaakte van de directe vermenigvuldiging – rekenmachines uit die tijd herhaalden optelsommen, zonder echt te vermenigvuldigen. Wist je dat Georges Lemaître, astrofysicus en bedenker van de bigbangtheorie, een dergelijk pareltje in huis had?  

MACHINES UIT EEN ANDERE WERELD

  

De iconische Hollerithmachine “Dit is een van de vier nog overgebleven exemplaren ter wereld,” zegt Jacques Laffut. “Deze tabelleermachine, bedacht in de VS, werd ontworpen voor de Amerikaanse volkstelling. Daardoor nam ze maar twee jaar tijd in beslag (vroeger tien), tussen 1880 en 1890. Ze maakt gebruik van ponskaarten en ligt aan de basis van de oprichting van IBM.
Holllerith Machine
 

Machines alleen volstaan niet. Je hebt ook de kennis van de mens nodig om ze te programmeren voor hun uiteindelijke doel.”
Jacques Laffut

Laffut coll. Trommel

 Een bijzondere vermelding voor het schitterende en zeldzame exemplaar van de magneettrommel, die in 1958 gebruikt werd door grote banken en verzekeraars, zoals De Schelde/ L’Escaut. Zij kon 50.000 karakters van 5 bits opslaan, met een rotatiesnelheid van 17.600 toeren per minuut. Een heliumbad was nodig om het toestel af te koelen… Kostprijs: 250 miljoen Belgische frank (hetzij meer dan 6 miljoen euro)!

 

Na de rekenmachines belanden we bij de geschiedenis van de computers en hun toebehoren, te beginnen bij de befaamde ENIAC, enkel te zien op foto. In die tijd was er geen sprake van microprocessors of transistors, het basisbestanddeel van de computer was een lamp. Een plastic insect aan het plafond herinnert ons er trouwens aan waar het woord ‘bug’ vandaan komt: wanneer een beestje in de lamp terechtkwam, zorgde dit voor een rekenfout!

Collectie Lemaire abacus

De rekenmachines uit de collectie Jacques Lemaire, een eeuw technologie Ze bestaan in alle vormen en maten, voeren diverse berekeningen uit en hun evolutie doorheen de tijd is verbazingwekkend: gaande van telramen, allerhande rekenregels, professionele rekentafels, mechanische en elektromechanische (met motor) rekenmachines, via elektronische rekenmachines met display tot de laptops van vandaag.

 Collectie Lemaire rekeningmachines

 
 

Het informatica-avontuur van de Abdij van Maredsous

Wat de collectie ‘Informatica & Bijbel’ zo bijzonder maakt, is het feit dat de verschillende levensfases van een toepassing bewaard zijn gebleven, van de eerste pogingen (1971) tot digitalisering tot vandaag. Bijbelkenners, linguïsten en informatici (onder meer Yolande Juste die bijgedragen heeft tot de realisatie van een fascinerende ‘tijdslijn’ in het museum) ontwikkelden samen databanken met teksten uit de Bijbel, woordenboeken, archieven (bv. de toespraken van Koning Boudewijn). Alle culturen op basis van lettercode worden hier gedigitaliseerd. Het behoud van het immaterieel elektronisch erfgoed (dat moeilijker te tonen is in een museum) is net zo belangrijk als het behoud van materiële overblijfselen van de informatisering.

 

Collectie Maisons des Ecritures

Bull België, een cruciale rol in de informatisering van ons land

Collectie Bull Ponskaartenmachines

 Bancontact - Mercator biljetten

 Het hoogtepunt van deze collectie is een atelier met ponskaarten uit de jaren ’60 van de vorige eeuw, die nog steeds werken. “Het is de samenhang tussen alle stukken die het waardevol maakt,” meent Gilbert Natan. Een ander stuk is er een dat sinds 1983 deel uitmaakt van ons straatbeeld: het eerste Bancontactmodel. “Toen de voormalige medewerkers van Bull dit toestel in handen kregen, was het al omgebouwd tot een bierautomaat…” “

 

 

Tekst uit het Jaarmagazine 2016 van de Koning Boudewijnstichting.

 

Meer info op het Internet Site www.nam-ip.be